Joop Gerrits, Projectmanager Gebiedsontwikkeling, krijgt alle neuzen dezelfde kant op
Projectmanagement Bouw en Civiel
Projectmanagement Bouw en Civiel
Naast het in goede banen leiden van een project, zorgt een competente projectmanager ook dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Bruneller Joop Gerrits is Projectmanager Gebiedsontwikkeling. Hij navigeert strategisch door het woud van belanghebbenden en legt waar mogelijk de nadruk op de maatschappelijke en duurzame aspecten. Momenteel werkt hij aan een stedenbouwkundig plan voor gemeente Zoetermeer, voor de ontwikkeling van een gebied met 4.500 woningen.
“Bij nieuwe projecten oriënteer ik me in eerste instantie op wat mijn rol is en welke onderhandelingspositie ik heb. Het belangrijkste is om de zwakke functie in een project te vinden. Dan weet ik waar ik het hardst voor moet knokken. En: hoe en door wie ik daarin kan worden ondersteund. Vaak zijn dit de meer maatschappelijke aspecten van een project, zoals het vrijmaken van geld voor culturele of maatschappelijke voorzieningen. Sociale woningbouw levert nou eenmaal minder op dan de vrije sector, maar het blijft belangrijk dat deze ook in de plannen worden gerealiseerd. In mijn functie kan ik daar invloed op uitoefenen.”
“Binnen gebiedsontwikkeling is er een enórm aantal disciplines betrokken. Stedenbouw, planologie, verkeerskunde, ecologie, grondexploitatie, bodemsanering, flora en fauna, om er maar een paar te noemen! Woningen realiseren vergt gigantische investeringen, waardoor de belangen bij alle partijen groot zijn. Ervoor zorgen dat verwachtingen goed worden gemanaged is de grootste en leukste uitdaging van mijn werk.
“Ik ben door schade en schande wijs geworden, ik doe dit beroep nu 35 jaar. Tijdens mijn studie Bouwkunde en Stedenbouwkunde op de TU Delft leerde ik hoe belangrijk een goede onderbouwing van elke designkeuze is. Ik heb dus al op jonge leeftijd geleerd draagvlak te creëren voor je ideeën. Dit maakt mij een goede gesprekspartner voor architecten, stedenbouwers en projectontwikkelaars.
Later ben ik meer op andere competenties ingegaan. Elk mens vergt een andere aanpak. Inzicht in mijn eigen handelen en eigen kwetsbaarheden is daarbij belangrijk. Kunnen onderhandelen, coachen, aansturen en enthousiasmeren ook. Eigenlijk is het nog wel de grootste uitdaging denk ik, om dat op een dusdanig authentieke manier te doen, dat je enigszins gezaghebbend kan optreden in een project.”
“Een van de projecten die ik van de grond heb getrokken is de Verbinding in de Spaarndammerbuurt. Naast dat dit project een mooie mix heeft gekregen van woningen in de sociale sector, het middensegment en dure koop, ben ik trots dat het ‘een nul op de meter’ project is. Dat is bij een gebouw van 5 verdiepingen bijzonder. Door middel van zonnepanelen en warmte/koudeopslag wordt er precies genoeg energie geproduceerd om de woningen te verwarmen. Het project heeft de Volkshuisvestingprijs van de gemeente Amsterdam gekregen, de Abe Bonnemaprijs 2021 én onlangs de architectuurprijs van gemeente Amsterdam. Ook heb ik vanuit mijn inzet voor Museum het Schip (museum voor de Volkshuisvesting en de Amsterdamse School) in die buurt een serie blauwe girobussen uit de tijd van de Amsterdamse School laten renoveren en weer in de openbare ruimte geplaatst. Maar dat is meer nostalgie.”
“Ik zat ergens niet helemaal op mijn plek. Ik was toe aan wat anders, maar als oudere jongen van 61 jaar was het vrijwel onmogelijk om ergens tussen te komen. Ineens dacht ik, als ik me laat detacheren is mijn ervaring juist een plus – ik hoef niet ingewerkt te worden en kan zo ergens worden neergezet. Ik heb verschillende gesprekken gehad, maar Brunel sprak mij het meest aan vanwege de community's. Ik wil toch het gevoel hebben dat ik ergens bij hoor. En daarnaast; ik heb het bij mijn huidige opdracht ontzettend naar mijn zin, maar ik vind het ook heel leuk dat ik hierna de vrijheid heb om iets anders te gaan doen.”
“Twee dingen. Aan de ene kant heb je mobiliteit. Er komen steeds meer deelauto's en deelscooters, wat betekent dat er steeds minder ruimte voor parkeergelegenheden wordt gereserveerd in de mobiliteitsstrategie.
De andere kant is de energietransitie, wat een enigszins ingewikkeld verhaal is omdat er geen scherpe keuzes in zijn gemaakt. We zijn er nog niet helemaal over uit wat er voor gas in de plaats komt. Bij nieuwbouw zullen warmte/koude opslag en zonnepanelen het meest worden toegepast. Maar in de binnenstad zal je toch waarschijnlijk wat gas blijven gebruiken. In die gevallen denk ik dat waterstof de oplossing is. In elk geval is duurzaamheid wat mij betreft de 'way to go'.”